Wanneer er bij een scheiding afspraken rond de kinderen moeten worden gemaakt dan is het belangrijk dat je je eerst informeert. Het liefst bij iemand die professioneel met scheidingen bezig is, zoals een bemiddelaar. Je goed informeren voorkomt dat je met bepaalde overtuigingen rond zaken blijft zitten, die niet correct zijn.
Een van die misverstanden die mensen wel eens hebben is dat er bij co-ouderschap (gelijk verblijf van het kind bij vader en moeder) geen onderhoudsgeld voor het kind zou moeten worden betaald. Het is een misvatting die ik reeds herhaaldelijke keren heb gehoord maar die langs geen kanten klopt.
Bij co-ouderschap wordt er wel degelijk onderhoudsgeld betaald en de reden hiervoor is tweeërlei:
1. Naast de verblijfsgebonden kosten zijn er tevens de niet-verblijfsgebonden kosten
Er zijn 3 soorten kosten waarin de ouders bijdragen, met name
a) De verblijfsgebonden kosten
= het aandeel van de kinderen in eten en drinken, woonkosten en energieverbruik,
dagelijkse verzorging zoals zeep, tandpasta …
b) De gewone niet-verblijfsgebonden kosten
= de noodzakelijke school- en medische kosten, kledij, andere vaste maandelijkse kosten
c) De buitengewone kosten
= de uitzonderlijke, noodzakelijke of onvoorzienbare uitgaven die voortvloeien uit toevallige of ongewone gebeurtenissen
Voor de betaling in de gewone niet-verblijfsgebonden kosten en de buitengewone kosten wordt vaak gebruik gemaakt van een kindrekening, waarop elk van de ouders een bijdrage storten, onderhoudsgeld dus.
2. Er wordt in de kosten bijgedragen overeenkomstig het inkomen
Een tweede reden waarom bij co-ouderschap onderhoudsgeld wordt betaald, is dat op grond van de wet van 19 maart 2010 de ouders in de kosten moeten bijdragen in verhouding tot hun netto-inkomsten (= beroepsinkomsten of vervangingsinkomen, inkomsten uit onroerende goederen, roerende inkomsten).
Dit betekent in de praktijk dat wie het meest verdient het meest zal moeten bijdragen in de kosten van het kind. Dus wanneer het inkomen van de ene ouder 70% van het totale gezinsinkomen uitmaakt en het inkomen van de andere ouder 30%, dan zal de ene ouder 70% en de andere ouder 30% van de kosten van hun kind moeten dragen, ook al is het verblijf van hun kind gelijkmatig verdeeld (kind verblijft 50% bij vader en 50% bij moeder).
Ik verduidelijk aan de hand van een voorbeeld:
Stel, ouder A verdient maandelijks 1.000 EUR en ouder B 3.000 EUR, dan verdient ouder A ¼ of 25% van het totale gezinsinkomen en ouder B ¾ of 75% van het totale gezinsinkomen.
Ondanks dat er verblijfsco-ouderschap is overeengekomen, zal ouder B toch maandelijks onderhoudsgeld moeten betalen. Dit onderhoudsgeld dekt zowel verblijfsgebonden als niet-verblijfsgebonden kosten.
1) Verblijfsgebonden kosten:
De ouder bij wie het kind verblijft betaalt voor het kind eten en drinken en energiekosten en zeep … Dit betekent dat bij co-ouderschap (gelijk verdeeld verblijf) beide ouders ongeveer evenveel zullen uitgeven (elk 50%). Op basis van het inkomen dient ouder B evenwel 75% van de kosten te dragen en ouder A slechts 25%. Ouder B zal bijgevolg aan ouder A nog een bedrag gelijk aan 25% van de totale verblijfsgebonden kosten moeten betalen. Dit bedrag maakt deel uit van het maandelijks onderhoudsgeld.
2) Niet-verblijfsgebonden kosten:
In het geval deze door ouder A worden betaald, zal ouder B zijn of haar deel, met name 75% van de kosten, aan ouder A moeten betalen. Ook dit bedrag maakt deel uit van het maandelijks onderhoudsgeld en zal ofwel op een persoonlijke rekening van ouder A worden gestort ofwel op een kindrekening. In geval van een kindrekening zal ook ouder A zijn of haar bijdrage, met name 25% van de kosten, op de kindrekening moeten storten.
Tenslotte zijn er ook nog buitengewone kosten waarvoor elk van de ouders moeten bijdragen op het ogenblik dat deze kosten zich voordoen.
Wens je meer info of wens je een afspraak, contacteer mij gerust op 0497/48 51 59 of mail me via info@katrienballinckx.be.